De laatste jaren is journalistiek ingrijpend veranderd. Door sociale media en het internet in het algemeen is de interactie met lezers totaal anders. Journalisten maken steeds meer gebruik van data om gedrag te analyseren en hun publiek beter te bedienen. Ze weten welke artikelen vaak worden gelezen en door wie. Wat zijn de voordelen van deze strategie en wat is het effect op de staat van de journalistiek?
Data-inzichten zijn in 2026 niet meer weg te denken
Het gebruiken van data om tot betere resultaten te komen vindt anno 2026 in zo’n beetje alle sectoren plaats. Aanbieders zien het als een ideale gelegenheid om hun klanten beter van dienst te zijn. Zo gebruiken journalisten en online casino’s die via promoties gratis startgeld aanbieden dezelfde gegevens om geïnteresseerden aan te trekken.
(Bron: https://www.cardplayer.com/nl/casinos/casino-met-gratis-startgeld)
Deze gegevens zijn nuttig voor journalisten
Grote mediaplatforms gebruiken allerlei data om te analyseren hoe goed een artikel presteert en vast te stellen welke groep het ze leest. Het aantal paginaweergaven laat hun algemene interesse zien en hoe overtuigend of hoeveel interesse de titel en subheading opwekken. Verder is er inzicht in hoe ver een lezer door het artikel is gegaan. Is diegene halverwege afgehaakt of is het artikel tot het einde uitgelezen? Verder weten ze hoe vaak er op links of afbeeldingen is geklikt. Samen geven ze inzicht over de waardering van een artikel.
Van onderbuikgevoel naar datagedreven besluitvorming
Vroeger was het niet zo makkelijk om de populariteit van een artikel te beoordelen. Dat werd gedaan op basis van gevoel en interne analyse. Af en toe kon er bijvoorbeeld een enquête naar lezers gestuurd worden met vragen over hun favoriete schrijvers en columns. Maar het gebruik van data was bij lange na niet zo uitgebreid als heden ten dage.
De rol van journalisten verandert
Het werk van journalisten is tot op zekere hoogte ook veranderd omdat ze allerlei gegevens gepresenteerd krijgen en daar rekening mee moeten houden bij het schrijven van artikelen. Dat betekent niet dat ze zelf diepgaande kennis moeten hebben over data-analyse. Maar het is wel nuttig als ze de basisvaardigheden kennen. Ze moeten de gegevens op de juiste manier kunnen interpreteren door inzicht in dashboards en conversiestappen. Tegelijkertijd moeten ze oppassen dat ze niet in een valkuil trappen. Want journalistiek gaat lang niet altijd om het vertellen wat het publiek graag hoort. Kwaliteit, relevantie en de waarheid zijn de kernwaarden van de journalistieke code en blijven bovenaan de lijst staan.
Meer spreiding en veel meer doelgroepen
Sinds de opkomst van het internet is het medialandschap versplintert. Dat is een trend die al decennia plaatsvindt maar door onder andere sociale media in een stroomversnelling is gekomen. Vroeger waren er enkele openbare televisiekanalen en een aantal landelijke kranten. Dat aanbod is al enorm gegroeid. Daarom is er voor Nederlanders veel meer te kiezen. Voor journalisten is dat enerzijds een mooie ontwikkeling. Er is tenslotte meer ruimte om je te specialiseren in een onderwerp of een bepaalde doelgroep aan te spreken. Anderzijds is het een stuk lastiger om een breed publiek aan te spreken. Veel mensen hebben al een bepaalde indruk en zien hun visie onderstreept worden door zoekmachine bias, waarbij bijvoorbeeld Google je eigen bevindingen kracht bij zet met resultaten die er goed bij passen.
Journalisten richten zich steeds vaker op een nichepubliek
Je hoort de laatste jaren regelmatig dat de maatschappij aan het versplinteren of aan het polariseren is. Er waren natuurlijk altijd al grote verschillen in interesses. Sommigen volgen de Eredivisie op de voet en anderen zijn geïntrigeerd door de verhalen van grote schrijvers als Adriaan van Dis. Maar journalisten merken dat hun veld anders in elkaar steekt dan een jaar of tien geleden. Ze richten zich steeds vaker op een relatief kleine groep en schrijven dus minder voor een algemeen publiek. Het verzamelen van data is voor hen erg handig om te bepalen wie die mensen zijn en wat ze willen lezen.
